Functionele en Dissociatieve Neurologische Symptomen

Dissociatieve (niet-epileptische) aanvallen / wegrakingen
Een dissociatieve aanval
Links voor Dissociatieve (niet-epileptische) aanvallen

Non-Epileptic Attacks
Information about non-epileptic attacks
Dissociatieve of niet-epileptische aanvallen
Wegrakingen en toevallen zijn de meest voorkomende functionele symptomen in de neurologie.
Ze heten ook wel niet-epileptische aanvallen, omdat ze sterk kunnen lijken op de symptomen van epileptische aanvallen. Het ontstaan is echter anders. Bij functionele wegrakingen of dissociatieve aanvallen is de electrische activiteit niet abnormaal, zoals bij epilepsie. Wat er wel gebeurt, is een tijdelijk probleem met de werking of het functioneren van het zenuwstelsel.
Tijdens deze wegrakingen of dissociatieve aanvallen voelen patiënten zich soms ver weg van de gebeurtenissen om hen heen, alsof ze er niet helemaal bij zijn. Het is alsof ze zich bevinden in een staat van verlaagd bewustzijn.
Dissociatieve aanvallen zijn veel voorkomend. Bijna de helft van de mensen op de spoedeisende hulp met mogelijk epilepsie, blijkt later dissociatieve klachten te hebben. Veel patiënten zijn eerst onjuist gediagnosticeerd met epilepsie en daar soms ook voor behandeld.
De aanvallen kunnen na behandeling compleet verdwijnen, maar dat is niet makkelijk en vraagt veel inzet van de patiënt.
Wat zijn de typische aspecten?
Er zijn twee soorten dissociatieve aanvallen:
1. Aanval met bewegingen. Hierbij heeft een patiënt meestal schokken, die eruit zien als een epileptische aanval.
2. Zonder bewegingen. Hierbij valt de patiënt op de grond en blijft daar stil en niet reagerend liggen. Dit kan een aantal minuten duren.
Symptomen die niet passen bij epilepsie en wel wijzen op dissociatieve stoornissen zijn:
• Lange duur van de klachten
• De aanwezigheid van een lange periode waarin de patiënt niet reageert
• Er kunnen bij dissociatieve symptomen klachten ontstaan voor de aanval begint. Deze geven als het ware een waarschuwing af. Ze kunnen afwezig zijn, maar ook uren duren.
• Patiënten met dissociatieve symptomen vinden het vaak moeilijker hun klachten duidelijk uit te legen aan de arts dan mensen met epilepsie.
De diagnose dissociatieve aanvallen moet gesteld worden door een neuroloog, omdat epilepsie en dissociatieve aanvallen erg op elkaar lijken. Bij het onderscheid is belangrijk hoe de bewegingen, ogen en mond eruit zien. Daarbij is belangrijk te weten dat sommige patiënten beide aandoeningen hebben.
Waarom zijn al mijn testen normaal?
De onderdelen van het zenuwstelsel zijn niet beschadigd, maar de werking of functie is veranderd. Hierdoor zijn op hersenscans en bij bloedonderzoek geen afwijkingen vast te stellen. De arts kan de diagnose stellen door goed te luisteren naar uw uitleg over de aanvallen en te praten met mensen die gezien hebben hoe de aanval eruit zag.
Beeld ik me de symptomen in?
Nee, de symptomen bestaan echt. Lees hier meer over op de pagina: Tussen de oren?.
Waarom ontstaan de klachten?
De diagnose dissociatieve aanvallen is moeilijk. Functionele symptomen ontstaan door verschillende oorzaken. Vaak zijn er naast de symptomen ook gevoelens van frustratie, bezorgdheid of een bedrukte stemming, maar die zijn meestal niet de oorzaak van de symptomen.
1. Lukraak. Deze aanvallen kunnen vaak zomaar ontstaan, zonder waarschuwing of een duidelijke aanleiding.
2. In rust zonder afleiding. Er is een grotere kans op dissociatieve aanvallen als u niets doet, bijvoorbeeld als u ligt of zit. Als u afgeleid, of ergens op gefocust bent, is de kans op deze aanvallen kleiner.
3. Met hyperventilatie. De aanvallen kunnen ontstaan tegelijk met een oppervlakkige, snelle ademhaling, wat hyperventilatie wordt genoemd. Het kan zijn dat u niet eens merkt te snel te ademen. Het is mogelijk dat deze hyperventilatie de klachten verergert. Het is nuttig te weten of u snel ademt tijdens de aanval, omdat er dan een aangrijpingspunt is om de aanvallen te stoppen.
Andere lichamelijke symptomen die kunnen voorkomen zijn opvliegers, druk op de borst en tintelingen in de handen
4. Met depersonalisatie/derealisatie. Deze woorden staan voor klachten die patiënten kunnen ervaren tijdens een aanval. Bij deze aanvallen ervaren patiënten de dingen om hen heen niet als echt, of hebben het gevoel niet in verbinding te staan met de werkelijkheid om hen heen, of hebben het een gevoel dat alles ver weg en vreemd is..
Sommige mensen hebben tijdens hun eerste aanval het gevoel dood te gaan.. Vaak zeggen patiënten zich bewust te zijn van de mensen om hen heen, maar niet met hen te kunnen praten.
Als u deze symptomen heeft, is het goed om te weten dat ze onderdeel zijn van de aanval en dat u niets eraan overhoudt, er ontstaat geen schade.
Patiënten met dissociatieve aanvallen hebben in 50% van de gevallen een korte waarschuwing vooraf. Sommigen hebben nooit waarschuwingstekens. Deze waarschuwingsfase kan gebruikt worden om de aanvallen uit te stellen of zelfs te voorkomen, als u ze leert herkennen. Het kan zijn dat de waarschuwingsklachten zo verschrikkelijk voor u zijn, dat de aanval die daarna volgt meer voelt als een opluchting.
Er zijn nuttige websites over niet-epileptische aanvallen. Dezen zijn (helaas) wel in het Engels.
www.nonepilepticattacks.info is a detailed site launched in February 2011 with information about dissociative (non-epileptic) attacks. Its well worth reading through.
The Non-Epileptic Attack Disorder Trust (NEAD trust) is a new organisation with a growing range of useful resources for patients including a forum.
NEAD Scotland also has useful information for patients including a live chat room and forum. Again the emphasis on this website is more on psychological factors and trauma than on my own but there is much common ground